Wednesday, 6 January 2010

Hoe J voor de tweede keer Melanie werd

...
Melanie zit aan een ronde tafel met zeven anderen.
Alle acht hebben ze een stapeltje papier vast.

De spanning is te snijden. Ze lezen het stuk dat ze zullen gaan spelen:
Bedkwartet van Ackbourn.

Een stuk waarin alles misgaat wat mis kan gaat

4 koppels:

--> Ernest en Delia
--> Nick en Jane
--> Malcolm en Kate
--> Trevor en Susannah

De acteurs gieren van het lachen
maar beslissen dat nog gauw iets aan die namen gedaan moet worden
Trevor, en Malcolm, dat bekt zo slecht.

Ze bedenken nieuwe, Hollandse namen.

Ernest wordt Rinus, Delia wordt Ria, Nick wordt Barry,
Malcolm wordt Lucas, Kate wordt Fleur, Susannah Annabelle.


En dan komt Jane:
Iemand vraagt Melanie: 'Judith, hoe wil jíj heten?'
Melanie twijfelt.
Iemand noemt namen. Janna, Liesbet, Eline, Roos, Marie, Marieke,
Nee, schudt Melanie. Nee, nee. Iets anders.
Zelf kan ze niet gauw iets bedenken.

Tot iemand plots: Melanie?
Melanie schrikt. Ze kijkt op, verbaasd. Wordt een beetje rood. En knikt dan heftig.
Ja, dat wordt het!

De anderen lijken zich af te vragen wat zo bijzonder is aan 'Melanie'
Heel even maar
Dan gaan ze gauw verder met de volgende:
David, hoe wil jij heten? Oscar, of Thomas, of Arthur, of...

Melanies gedachten zijn nog ergens anders.
De grijns krijgt ze niet meer van haar lippen.
...

Tuesday, 5 January 2010

De Trip of ... DEEL II

Kykeliky! Wakker worden in Åhrus. Een top ontbijt met achtergelaten lekkers. De reisgenoten trekken t-shirts, truien, jassen, sjaals, mutsen en handschoenen aan, glijden de trap af en beginnen aan hun overdag-tocht door Åhrus.
Wandeling in een sneeuwbos met sleeënde sneeuwkindjes. Koedzjiekoedzjie. Zicht op zee. Dappere joggers op een ijspad.
Ooohruus heeft een schattig centrum met een gezellige kerstmarkt. WiwiWawa is geen fan van het stadhuis.

Ma zó’n lelijk gebouw. Dat is nog een beetje niét mooi, amai.

Ze is wel een grote fan van een graffiti, die je moet zien op de juiste manier om de volle impact ervan te beseffen.

Ogen dicht. Wandel wandel wandel. Omdraaien. Ok, doe nu alsof je gewoon aan het wandelen was en de graffiti voor het eerst opmerkt.
“Ooooooh.”


De laatste avond in Åhrus, PM tovert zijn croque-monsieur-machine om tot een wafelijzer en maakt wafels. Joro snijdt bananen, Flander zet kersensiroop klaar, WiwiWawa maakt chocomelk met Bailey’s. Een feestmaal wordt voorbereid op de tweede verdieping van Rødebøge, het witte huis. Vreemde gasten stromen toe. (waren ze eigenlijk wel allemaal uitgenodigd?)

Canadezen met een kan vol maplesyrup.
Een Italiaan met een favoriete plant en een doctoraat.
Een Spaanse van wie het sneeuwtapijt in de tuin onbetreden moet blijven.
Een voor zich uit starende Parijzenaar die af en toe eens giechelt.
Twee prettig gestoorde IJslanders met een vreemd drankje.

There are no trains in Iceland.
He was on his first train when he was twenty-two. My first train was when I was sixteen.
You were only sixteen?


De avond vordert. Wafels nemen vreemde vormen aan, de tafel raakt gevuld met lege flessen. Ze verlaten het mooie witte huis nog eens om te gaan dansen.

Het is nacht in Oohruus. PM, Joro, Flander, WiwiWawa en Rosie glijden over de weg. Rosie is een beetje onstabiel, maar zeer vrolijk. Aan de bushalte komen ze een IJslander en een Parisien tegen. De Parijzenaar vertrekt naar huis, naar Frankrijk.
In koor, stoomwolkjes uitblazend, zingen de schijnbaar onvermoeide reizigers een afscheid.

So long, farewell, auf Wiedersehen, goodbye. Adieu, adieu, to yieu and yieu and yieu.

De nacht is vergevorderd wanneer het reisgenootschap Rødebøge bereikt. De keuken is a mess. Zorgen voor morgen. (Toch al lichte stress bij WiwiWawa: de Landlord gaat komen controleren, muhahaaa.)

Slaapwel PM. Slaapwel Flander. Slaapwel Joro. Slaapwel WiwiWawa.
Slaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaapwel.


Waar slapen we morgen?

Monday, 4 January 2010

De Trip of Hoe dagen plots weken lijken en toch zeer snel voorbij gaan, DEEL I

Rosie werd onverwacht uitgenodigd op een trip.
Afspraak met PM, Joro en Flander in Brussel. Het plan: WiwiWawa ophalen in Åhrus.
PM heeft belangrijk reismateriaal mee (elektrisch machien: check, ijslandtrui: check, appareil photographique: check), Joro introduceert Polly en Rosie en Flander zien elkaar voor het eerst.
Op het perron van Brussel Nationale Luchthaven kijken de reisgenoten elkaar aan en ze herkennen de zin om te vertrekken.

Rosie is niet zenuwachtig, maar verheugd. Verheugd om onderweg te zijn. Na een hectische donderdag vol nipt te halen deadlines zal ze voor een paar dagen verdwijnen.
Haar hoofd helemaal leeg, zonder verwachtingen, zonder bagage. Haar armen vol met slaapzak, fleecedeken, rugzak, matje en een schaftzak.

Ik heb m’n wagen volgeladen ...

En ... we... zijn... vertrokken!
Sneeuw op de weg, sneeuw in de lucht, PM aan het stuur.

Vertel eens een grappig verhaal over huisdieren.
Vertel eens het genantste wat je ooit hebt meegemaakt.
Of bij nader inzien, zo genant mogelijk, maar toch niet iets écht beschamend.


Op een parking in Duitsland haalt PM zijn croque-monsieurmachine boven. En zijn beste Duits.

Kunnen wir deine Elektriziteit gebrauchen bitte?

Bibberend in de vriestemperaturen eten ze garagecroque-monsieurs en beseffen PM, Joro en Rosie voor het eerst deze trip dat hun schoeisel niét aangepast is aan de weersomstandigheden. Flander grinnikt droog in zijn bergbottinnen.
Onderweg zien ze sneeuw en nummerplaten. Luisteren ze naar de dj van het moment en parkeren Rosie en Joro op een Frauenparkplatz. Daar bemachtigen ze een onmisbaar product: antivries.
(niet voor de voeten maar voor de ruiten)

En dan plots: Ooohruuuus! En daar uit het mooiste witte huis stormt WiwiWawa. Met rode wangen en blonde haren. Recht uit een Astrid Lindgren boek. Met een welkom om u tegen te zeggen.

Ik ben nog zo’n beetje blij dat jullie er zijn!

WiwiWawa, ze stuurt ons enthousiast naar binnen, naar boven, naar de gezellige keuken. Houten vloer, witte muren. Spaghetti met veel groentjes. Begeleid door een verhaal zonder einde. Wawawaw WiwiWawa.

Het is hier hilaaarisch duur.
Ik ben nog zo’n beetje bliiiiiiiiiiiiiiij dat jullie er ziijn!


Joro, Flander, PM, Rosie en WiwiWawa gaan dan op stap met alle bewoners van het huis.
Erasmus-flashback.
Terwijl Rosie over het ijs glijdt, pint in de hand, koude voeten, maar volle maag, omringd door vrolijke gebrekkig Engels pratende mensen, is ze blij.

Wakker worden in Gent, feesten in Oooohruuus.

Thursday, 17 December 2009

De uitnodiging

Een zachte plof op de deurmat.
Een brief? Voor Rosie?

Ooooooooooh!

Rosie grijnst. Het is geen brief!
HET IS EEN UITNODIGING!



Beste Rosie,


Ga je mee?


PM



Rosie zegt: 'ja', pakt warme kleren en krachtvoer in en vertrekt.

Dapper he.
Dappere Rosie op een antidroefheidstrip.

Op zoek naar een stopcontact, naar elanden, naar de kerstman.

Wohoooo, spannend. Episch.


De weg gaat verder eindeloos

vanaf de deur waar hij begon.

Ik moet hem volgen,rusteloos

Tot ver achter de horizon...

(J.R.R.T.)

Wednesday, 25 November 2009

Blackie

Blackie staat in een kamer. Ze kent die maar al te goed. Ze hield van deze kamer. En ze hield nog meer van de bewoner.
Blackie is ziek. Ze wil aanvallen. Ze wil hem raken. Ze wil ook dingen kapot maken waar hij van houdt.
Dus ze neemt een boek uit de mooie nieuwe boekenkast.
Het is een dik boek. Een duur dik boek over kunst. Met glanzende bladzijden vol kunstwerken.
Blackie maakt een klein scheurtje.
Het gaat moeilijk. Het is zo'n mooi boek. En ze weet dat hij ervan houdt.
Ze scheurt verder. Ze scheurt een halve bladzijde eruit. Een stuk Monet dwarrelt op de grond.

Dan gaat het snel. Ze scheurt in woede en wanhoop meer bladzijden uit het boek. Ze breekt de kaft.
Ze duwt de boekenkast om en trapt op alle mooie romans.
Ze stampt op cd-doosjes, hoort cd's kraken. Ze breekt oude platen in twee.
Ze scheurt de landkaart van de muur, ze besmeert de mooie Guust-poster met ketchup. Ze neemt het broodmes en snijdt de matras aan stukken. Ze rukt de gordijnen kapot.
Als kers op de taart gooit Blackie zijn peperdure fototoestel door het raam naar beneden.
En bij elke hartslag doet het pijn. Smeerlap. Leugenaar. Bedrieger. Klootzak.
Blackie verwoest alle spullen waar hij van houdt. De vloer is bezaaid met glinsterende stukjes cd en papier. Het kraakt als ze erover loopt.

Rosie staat in een kamer, in een wereld waar ze van hield. Ze kijkt naar alle boeken, cd's, platen en prenten die hem definiëren. Die hem maken tot wie hij is. Daardoor is ze ook van al die dingen gaan houden.
Ze aait de nieuwe kast. Ze werpt een laatste blik op de Guust-poster. Ze zit even neer op het bed en bekijkt alles zorgvuldig. Dit was het epicentrum van haar lievelingswereld. Dit was haar sprookje.
Tot de prins geen prins bleek maar een betoverde gemenerik. Een lafhartige bedrieger. De betovering werd verbroken. En hij verdween met de noorderzon naar zijn nieuwe leven. Rosies hart volgde hem tevergeefs.
Niet hij, niet zijn spullen, maar zij werd aan stukken gescheurd. Hij gaf geen krimp.

Rosie kijkt om zich heen en probeert afscheid te nemen van iets dat niet meer bestaat.
Ze neemt haar warme roze sjaal en doet de deur achter zich dicht. Ze houdt van die roze sjaal, ja dat weet ze wel.
Misschien is het een begin.

Wednesday, 11 November 2009

Gruis


Rosie is gevallen. Van de hoogste toren in de diepste put. Ze is niet zelf gesprongen, ze is geduwd.

Rosie dacht dat ze een rotsblok was dat niet te duwen viel. Bleek dat ze gewoon een kiezeltje was, hup, weg ermee. Ze wist niet eens dat de afgrond zo dichtbij was.

Rosie is gevallen en brak in duizenden stukjes. Die stukjes begrijpen niets en kunnen niets.
Het enige wat ze bezitten zijn vlijmscherpe prachtige herinneringen. Die snijden aan twee kanten.
En ze hakken in op de stukjes, ze steken en boren en knagen, tot er van de stukjes enkel nog gruis overblijft.
Rosie-gruis. Uitzichtloos ongelukkig.

Als je Rosie-gruis tegenkomt, verwacht dan niet teveel. Maar wees vriendelijk en geduldig.
En luister naar haar. Ze heeft het nodig.

Monday, 9 November 2009

Amsterdam --> Gent

.
DE PINKELPINKEL

Paul, een Schot uit Bijltjespad, raakte vandaag
completely lost
toen hij op zoek ging naar de pinkelpinkel.

Hij vroeg de weg erheen
aan vele Hollanders
'Sorry - do you know where the pinkelpinkel is?'
'Can you please tell me where the pinkelpinkel is?'

'None of them knew where the pinkelpinkel was!'
vertelde hij nogal verontwaardigd, daarnet in de keuken.

Wát het precies is - een pinkelpinkel?
- ik vraag het me af
En hoe hij er dan toch geraakte
- geen idee

Maar hij kwam thuis met spullen
als uit een kringloopwinkel.

Tuesday, 27 October 2009

Amsterdam --> Gent

.
Als mensen horen over Melanie's tweelinghelft
willen ze altijd erg graag weten
Wat zijn de verschillen?
Ja, wát zijn de verschillen eigenlijk?

Melanie weet zelden wat te zeggen.
En zegt dan maar zoiets als: haar stem klinkt nét iets hoger
iets wat ooit wel eens is opgemerkt - lang geleden
maar waarvan ze niet eens weet of het nu nog steeds zo is

Maar goed.
Dat antwoord gaf ze toch maar - bij gebrek aan beter.

Een Amsterdamse klasgenoot - met wie ze dat gesprek gevoerd had
kwam haar op een dag vertellen
Als ik me jouw zus voor de geest haal
is haar stem - ik kan er niet aan doen - een ultrahoog geluid
een octaaf hoger dan jouw toch al hoge stem

Ik moest heel erg lachen bij de gedachte
(die trouwens heel ver van de werkelijkheid is)
en kon het toen niet laten
de volgende stap te nemen

een beeld:
Mijn zus - aanhoudend kletsend -
haar mond gaat dicht en open
maar het blijft stil
haar ultrasone klanken worden enkel opgevangen
door hangjongeren en kleuters

(en muizen, vertelt de klasgenoot - hij heeft zo'n systeempje tegen ongedierte, handig hoor)

Thursday, 15 October 2009

Amsterdam --> Gent

TYPERING VAN DE NEDERLANDERS


In Amsterdam wordt men gehaat en geliefd
door vreemden.

Getuige Melanie die vandaag toegeroepen werd met

Schat! (toen zij koffie bestelde)
Trut! (toen zij stond te praten met een half been op het fietspad)

Gelukkig zegt dit weinig over Melanie
Maar heel veel over Nederland

Saturday, 10 October 2009

Voor Inna Eels

Rosie en Melanie hebben een zeer enthousiaste lieve vriendin: Inna Eels. Zij is werkelijk een onversaagde avonturier-ster.
Inna Eels vertrekt binnenkort naar mijlenver van hier vandaan.
Afscheid namen Rosie en Melanie al wel, maar ze willen het toch nog op de blogmanier doen.
Namelijk met een gedicht. En wel een gedicht van Paul Snoek, een gemeenschappelijke oude bekende.

Inna Eels, we wensen je een fantastische reis toe. Het zal zooooo o o o spannend zijn. En heel erg mooi.
Het zal een reis worden om nooit meer te vergeten.

Aan de andere kant van het water zullen wij als piepkleine stipjes in het piepkleine landje op je wachten en aan je denken.

Tot snel! Miep miep!


Nachtwaarts

Het is wanneer de nacht
aan mijn slapeloos venster
aanleunt, dat de warmte zwaar
wordt als een molensteen.

Het is wanneer ik de manen
van de gonzende muren streel,
dat de huizen uit wandelen gaan,
bergafwaarts.

Het is dan, maar dat weten
wij niet, dat de sterren
sprinkhanen worden en zwerven
van grashalm naar grashalm,
die wij niet kunnen zien.



(Paul Snoek)

Thursday, 1 October 2009

Gent - -> Amsterdam

Donderdagavond om tien na half zes. Rosie komt te laat in een onbekend auditorium. Keirap de berg opgefietst en kei uitgeput. Ze draagt haar bril, want de lenzen kriebelen. In het enorme auditorium herkent ze niemand, ze ziet alleen vage vlekken. Zelfs de prof is een vlek. En de powerpointpresentatie.

Niet erg’, denkt Rosie, ‘de eerste les lijken vakken toch sowieso maar vlekken’.

Ze probeert even om op te letten. Het gaat over geschiedenis. Allez, historisme. Wat is het verschil tussen bronnen en werken? Rosies gedachten dwalen af naar het eerste jaar unief, toen had ze ook een vak dat zo begon, histooooooooorische kritiek.

Het eerste jaar, de eerste indruk van de Blandijn. Het eerste gesprek met Melanie herinnert ze zich nog goed. Het was...

JAAR 1, DAG 1.

Rosie zit in de les Nederlandse taalvaardigheid. Ze worden ‘ingeleid’. Ze bestudeert de pennenzakken van de meisjes naast haar, ja om toch een of ander gesprek te kunnen beginnen moest het nodig zijn. Naast haar zit M. Toevallig? Ze weet dan nog niet dat ze met M. zoveel avonturen zal beleven. Ze start een banaal gesprek.

Rosie: ‘Ik had zoveel last van muggen vannacht, ik kon niet slapen.’

Melanie: ‘Kan je zo geen spray kopen ofzo?’



De prof plaatst de vlek van het historisme tegenover de vlek van het postmodernisme. Eeehm. De context verschilt. Dat snapt Rosie wel, en ze schrijft op: 18e – 19e eeuw: Verlichting <-> 20ste – 21ste eeuw: postmoderne tijd. Ze krijgt telefoon, genante trilfunctie: HMMM HMMM HMMM. Melanie heeft een heel grappige trilfunctie. Echt ongelooflijk wat voor een geluid haar gsm voortbrengt.

JAAR 2, SEMESTER 1.

Rosie en Melanie zitten in het aquarium. Met een broodje en aquariumsoep. Omdat ze beseffen dat dit een ongelooflijk leuke tijd is, zijn ze op voorhand al melancholisch. Melanie zucht: ‘we zitten al in de helft’. Rosie (die altijd goed voorbereid aan de dingen begint): ‘toch niet? We hebben toch nog drie jaar?’ Nee, de richting duurt maar vier jaar. Jammer. Rosie en Melanie nemen zich voor om nog meer van elk Blandijn-moment te genieten.



Het gaat plots over iets nieuws. Rosie grijpt de kans en begint opnieuw te noteren: de narratio van de ontdekking van het kind. Oei. Een narratio?

JAAR 2, SEMESTER 2.

Nederlandse Taalvaardigheid, UIJTSPRAAK. Rosie en Melanie zitten in het taallabo met een hoofdtelefoon op. Ze voeren gesprekken met Stienhoize en Pottelberg. Plots worden ze met elkaar verbonden. Ze zijn gecrasht op de maan en moeten –in standaardtaal- beslissen wat ze gaan meenemen om 250 km op de maan af te leggen. Ze discussiëren 10 minuten en 49 seconden. Over verwarmingseenheden, horlogemakers, Bloch, fotografie, zwarte gaten, ... De hele verdere dag hebben ze nog de slappe lach.



De civiliseringstheorie van N. Elias. Die vertrekt van het idee dat volwassenen veranderen. Ze worden steeds netter en tammer. Oeioei. Rosie zucht. Ze wil tijdreizen. De tijd terugspoelen naar het eerste jaar. Ze beseft wel dat ze gemakkelijk in haar herinneringen alles mooier maakt, maar ze weet zeker dat ze de vier Blandijnjaren nooit mooier kan voorstellen dan ze waren. Ze denkt nog aan Melanie die blochbroodjes buitmaakt, aan Min Wei Lin, aan de Londonervaring, aan door Gent fietsen met Devolder-gezichten, aan Plan P, aan ....

HMMM HMMM HMMM, bericht ontvangen van een blandijnmakker: ‘Verleden en toekomst bestaan slechts voorzover wij eraan denken’.

Rosie denkt: ‘daar zit iets in’ en doet eindelijk de ultieme opletpoging.

Geluksvogel

Amsterdam --> Gent

Dinsdag 29 september
De avond in Carré is net een week geleden.

En wéér - het is bijna niet te geloven - wordt Melanie door het geluk belaagd.

Ze snapt het zelf niet goed, maar heeft het niet erg moeilijk met aanvaarden dat ze dan maar voor geluk geboren is.

M. zit in de les, 's ochtends, afgeleid. Want naast haar ligt een boekje met de titel:
Dido en Aeneas
Ze vraagt de eigenares van het boekje wat er precies in staat
het blijkt de tekst van een voorstelling te zijn
Dido en Aeneas, van Purcell. In de stadsschouwburg, première diezelfde avond.

M. vraagt meteen hoe ze kaartjes kan bestellen. Die blijken duur én uitverkocht.
Het meisje van het boekje weet het allemaal perfect, want zij werkt er, in de stadsschouwburg.

En heeft het voorrecht vanavond te gaan kijken.
M. wou dat ze haar was, en droomt de hele les over een voorstelling waar zij niet binnen mag.

Het einde van de les. M. en het meisje gaan naar buiten, pratend.
Het meisje wordt gebeld.
De vriendin met wie ze naar de stadsschouwburg wou, blijkt ziek
maakt M op het gesprek

...M kruist haar vingers...

... en wordt verhoord

Het meisje zegt: de persoon met wie ik zou gaan heeft afgezegd
wil jij graag mee?
Oooooooooooooooooooooo! denkt M.
Ja, graag! zegt ze.

's Avonds zit ze in de Stadsschouwburg,
waar zich een schitterende opera voor haar ogen afspeelt.
Voor de tweede keer in één week
helemaal
overdonderd.



Worden al haar Amsterdamse dinsdagen zo?