Wednesday 25 November 2009

Blackie

Blackie staat in een kamer. Ze kent die maar al te goed. Ze hield van deze kamer. En ze hield nog meer van de bewoner.
Blackie is ziek. Ze wil aanvallen. Ze wil hem raken. Ze wil ook dingen kapot maken waar hij van houdt.
Dus ze neemt een boek uit de mooie nieuwe boekenkast.
Het is een dik boek. Een duur dik boek over kunst. Met glanzende bladzijden vol kunstwerken.
Blackie maakt een klein scheurtje.
Het gaat moeilijk. Het is zo'n mooi boek. En ze weet dat hij ervan houdt.
Ze scheurt verder. Ze scheurt een halve bladzijde eruit. Een stuk Monet dwarrelt op de grond.

Dan gaat het snel. Ze scheurt in woede en wanhoop meer bladzijden uit het boek. Ze breekt de kaft.
Ze duwt de boekenkast om en trapt op alle mooie romans.
Ze stampt op cd-doosjes, hoort cd's kraken. Ze breekt oude platen in twee.
Ze scheurt de landkaart van de muur, ze besmeert de mooie Guust-poster met ketchup. Ze neemt het broodmes en snijdt de matras aan stukken. Ze rukt de gordijnen kapot.
Als kers op de taart gooit Blackie zijn peperdure fototoestel door het raam naar beneden.
En bij elke hartslag doet het pijn. Smeerlap. Leugenaar. Bedrieger. Klootzak.
Blackie verwoest alle spullen waar hij van houdt. De vloer is bezaaid met glinsterende stukjes cd en papier. Het kraakt als ze erover loopt.

Rosie staat in een kamer, in een wereld waar ze van hield. Ze kijkt naar alle boeken, cd's, platen en prenten die hem definiëren. Die hem maken tot wie hij is. Daardoor is ze ook van al die dingen gaan houden.
Ze aait de nieuwe kast. Ze werpt een laatste blik op de Guust-poster. Ze zit even neer op het bed en bekijkt alles zorgvuldig. Dit was het epicentrum van haar lievelingswereld. Dit was haar sprookje.
Tot de prins geen prins bleek maar een betoverde gemenerik. Een lafhartige bedrieger. De betovering werd verbroken. En hij verdween met de noorderzon naar zijn nieuwe leven. Rosies hart volgde hem tevergeefs.
Niet hij, niet zijn spullen, maar zij werd aan stukken gescheurd. Hij gaf geen krimp.

Rosie kijkt om zich heen en probeert afscheid te nemen van iets dat niet meer bestaat.
Ze neemt haar warme roze sjaal en doet de deur achter zich dicht. Ze houdt van die roze sjaal, ja dat weet ze wel.
Misschien is het een begin.

Wednesday 11 November 2009

Gruis


Rosie is gevallen. Van de hoogste toren in de diepste put. Ze is niet zelf gesprongen, ze is geduwd.

Rosie dacht dat ze een rotsblok was dat niet te duwen viel. Bleek dat ze gewoon een kiezeltje was, hup, weg ermee. Ze wist niet eens dat de afgrond zo dichtbij was.

Rosie is gevallen en brak in duizenden stukjes. Die stukjes begrijpen niets en kunnen niets.
Het enige wat ze bezitten zijn vlijmscherpe prachtige herinneringen. Die snijden aan twee kanten.
En ze hakken in op de stukjes, ze steken en boren en knagen, tot er van de stukjes enkel nog gruis overblijft.
Rosie-gruis. Uitzichtloos ongelukkig.

Als je Rosie-gruis tegenkomt, verwacht dan niet teveel. Maar wees vriendelijk en geduldig.
En luister naar haar. Ze heeft het nodig.

Monday 9 November 2009

Amsterdam --> Gent

.
DE PINKELPINKEL

Paul, een Schot uit Bijltjespad, raakte vandaag
completely lost
toen hij op zoek ging naar de pinkelpinkel.

Hij vroeg de weg erheen
aan vele Hollanders
'Sorry - do you know where the pinkelpinkel is?'
'Can you please tell me where the pinkelpinkel is?'

'None of them knew where the pinkelpinkel was!'
vertelde hij nogal verontwaardigd, daarnet in de keuken.

Wát het precies is - een pinkelpinkel?
- ik vraag het me af
En hoe hij er dan toch geraakte
- geen idee

Maar hij kwam thuis met spullen
als uit een kringloopwinkel.