Tuesday 22 June 2010

Gigant

¨
Iemand die glimlacht.
Iemand die wuift op de fiets op straat.
Iemand die lekker kookt, iemand die koekjes bakt.
Iemand die lieve brieven schrijft.
Iemand die knuffelt, iemand die aait.
Iemand die altijd luistert, iemand die praat.
Iemand die complimenten geeft.
Iemand die schatert.
Iemand die drinkt.
Iemand die smsjes stuurt, iemand die uitnodigt.
Iemand die relativeert, iemand die begrijpt.
Iemand die mijmert.
Iemand die reist.
Iemand die fietsen maakt.
Iemand die van poezen houdt.
Iemand die aanmoedigt.
Iemand die boeit.

Rosie heeft het allemaal.


Iemand die iemand bedriegt, iemand die iemand beliegt.

Iemand die iemand die iemand vertrouwt verdriet.
Iemand die iemand waar iemand van houdt verliet.

Niemand mist zo iemand.
Iedereen is zo iemand liever kwijt dan rijk.


Behalve Rosie, zie, want in niemandsland lijkt zo iemand gigantisch groot.

Saturday 5 June 2010

Toneelspelen in Amsterdam

.
Men begint met niets, nou ja, met weinig: een lege ruimte, een paar stoelen, acht spelers en een regisseur. En heel veel goesting ook - natuurlijk.

Zeven maanden later is dat bijna niets plots iets geworden. Nog steeds zijn we met achten en één regisseur. Nog steeds is er die ruimte, met wat stoelen. En ja, wat extra attributen.
Maar er is één ding veranderd: als we, met z'n achten, in die ruimte staan, en praten, fluisteren, gieren, schreeuwen, zijn we geen spelers meer maar personages. En tussen ons is een verhaal ontstaan.
Noem het maar Rotgelach.


We zijn niet langer Femke, Steven, Jacob, Wouter, Sophie, David, Thalita en Judith, maar rare personages - koppels met nen hoek af:

Ria en Rinus
Lucas en Fleur
Robert en Annabel
Barry en - jawel - Melanie

In zeven maanden zijn we vlees en bloed geworden. Ja, met behulp van vreemde bloesjes, panty's, pakken en colbertjes, zeker. Maar ook met behulp van Barry. Niet-fictieve Barry. Niet het personage, maar de regisseur.
Hij duwde ons een nieuwe wereld in, een wereld van drie slaapkamers en een veelvoud van intriges. Hij gaf die wereld vaste vorm.
Én ons.
Én de plantjes. of toch niet, geen plantjes.

Barry schiep een wereld in zeven maanden: hij kneedde, schaafde, stampte.
En hij zag dat het goed was.




(bij deze een rare samenvatting van het stuk - let niet op de momenten tussen 0:45 en 1:10, dan gaat er wat mis)


(En niemand die vermoedde dat Melanie haar naam reeds lang bezat)