Wednesday 8 May 2013

Blauw




Een kind van vijf bouwt een huis.
Met takken, bladeren en gras.
Haar tong steekt lichtjes uit haar mond.
Haar ogen staan aandachtig en een beetje scheel.
Ze werkt en hoort niet dat haar moeder eten! roept.

Het huis wordt langzaam groter
Mooier, afgelijnder,
Echter
Minder doorzichtig
Tak voor tak neem het een vorm aan.

Tot het onomstotelijk bestaat. 

---------------
 
Maar plots
Steekt er een herfstse windvlaag op.
Het huis wordt lichter, zweeft
Mee op wandel met de wind -
Plots is het weg.

Het meisje fronst.
Waarheen? Waarom? Wat deed ze fout?
Wie helpt haar?
Ze kijkt omhoog
En alsof de hemel haar verstaat, staat daar geschreven
Wat ze weten wil:

Huizen bouwt men niet.
Men teelt ze.

--------------
 
Het meisje weet wat haar te doen staat.
Ze plant iets in de grond
Neemt een stoel
En wacht.
Ze denkt met kijken
Het groeien te versnellen.
Maar niets is minder waar.

Tot eindelijk, na lange tijd,
Na vele nachten slapen
het eindelijk zover is.
Er komt iets uit de grond.
Iets blauws.
Het is het topje van een schoorsteen.

Een huis groeit uit de grond
En niet alleen de schouw is blauw
Maar ook het dak. En al het andere.
Het huis is blauwer dan de lucht.
Het groeit en stopt pas als het klaar is.
Daar staat het dan.

En als het meisje door de ramen gluurt
Van het gloednieuwe huis, ziet ze
Schimmen zitten, eten, spelen
Ze zijn met velen en stuk voor stuk zijn ze
druk bezig met hun bezigheden

Het meisje kijkt en kijkt
En met haar ogen licht ze er twee schimmen uit.
Het beeld wordt scherper. Ze ziet

Een sleetafelsalon met piano.
Een zonneterras.
Blauwe keuken, blauw gordijn.
Een schim met blauwe ogen.

Hij zet zijn blauwe vingers op de toetsen
Speelt
En de zon breekt door
Zijn handen krijgen warm
En plots beweegt er iets rond hem.

Overal
komen andere huizen uit de grond.
Schoorstenen eerst, dan daken
Muren, grondvesten.
 
De focus van het meisje raakt verloren
Maar des te meer ziet ze verschijnen.
Ze gelooft haar ogen niet.
Er wordt een stad geboren!
Iets is in gang gezet
Wat onmogelijk nog stoppen kan.

Kleine huizen schieten op en worden
Dan weer met de grond gelijk gemaakt.
Nieuwe huizen worden oud
En dan weer jong.
Jonge mensen worden oud
Maar nooit meer jong.

De grote stad groeit
En krimpt
En groeit.

Dat alles ziet het kind gebeuren.
 
Maar zolang de pianist blijft spelen
Onvermoeibaar
Zonder dorst
Of honger
Lachend
Dromend
Trampolinespringend

Blijft het Blauwhuys blauw.

Zolang
Zal het kind dat kijkt
Voor altijd
Vijf
(Of was het vijfentwintig?)
Zijn.
 

Friday 15 March 2013

rust

Rosies papa: 'je bent groot geworden'


- …


- 'ja, zo vrouwelijk. Niet meer klein'


- 'je bedoelt oud?'


Misschien omdat Rosie sinds kort dag- en nachtcrème gebruikt?
Omdat ze niet meer spreekt van een kot, maar over een huis, een paleis?
Omdat ze geen lummeldagen meer heeft, hm
geen pyamadagen
geen boek-uitlees-dagen
geen hangdagen


Hm, daarom?


Of omdat ze naar een begrafenis gaat?
Omdat ze zo droevig is?
Dan voelt Rosie zich juist niet oud.
Maar onervaren, intriest en heel erg vreemd.


En ze voelt zich eindig.
Ze ziet zichzelf rennen van hot naar overal. Met enkel oog voor de volgende haastige hanenpoten in haar agenda. En de klok.


Hm, waarom?


Rosie, sta wat meer stil.

Maak tijd voor
babbeldagen
luie theedagen
nieuwe oude ontmoetingen


Word weer groot in het klein zijn.

Saturday 1 January 2011

2011

...
Het is 1 januari 2011,
en precies 20:11 - NU!

(nu alweer niet meer.)

2011 is nog wennen,
het ligt nog niet goed in de hand.
het klinkt nog niet goed in de oren.
het ziet er funny uit (op treinkaarten.)

Onwennig is het nog, 2011.
het weet nog niet goed wat het wordt,
fijn of niet, raar of niet,
het kijkt heen en weer, onzeker
knipperend en aarzelend.

Traag maakt het zich op.

En wij, wij hebben er het raden naar.
Dat doen we dan, we raden maar:

2011 is 20 - 11 = 9 --> Getal van duisternis.

2011 is 2 + 0 + 11 = 13 --> Duivelsdozijn.

2011 is 2 + 0 - 1 - 1 = 0 --> Een nulpunt. Of een startpunt?

2011 is (2 + 0 + 1) x 1 = 3 --> Geluksgetal.


Haken ja of nee? En wat voor? Weer of andere?

Wie zal het zeggen? 2011 (nog) niet. Nee, jaren praten niet.
Niet als ze pas geboren zijn.
Dan zetten ze alleen een keel op.



Het is alvast een begin.
...

Saturday 18 December 2010

Avondsneeuw

Het is zaterdagnacht en onmiskenbaar winter. Rosie verlaat de Bijloke; die avond heeft ze pianotrio's gehoord.
Ze weet dan nog niet wat ze nu weet, dat haar nog een concert – een privéconcert - te wachten staat.

Uitvoerder: Rosie en omgeving.
Publiek: Rosie.

Rosie stapt door de sneeuw. Knerp. Knerp. K-K-Knerp. K-nérp. KNERPknerpknerp. Knerp.
Schuif.
Knerp. Knnnnerp. K-k-n-errp. Knerpknerpknerp. Ke-nerp.

Ze hoort sneeuwvlokjes vallen. Ziet ze. Ziet zelfs hun schaduw.

Ze hoort de rand van haar muts tegen haar sjaal ruisen. De kassa rinkelt zachtjes, botsend tegen haar been.

Alles in het ritme van haar eigen pas. En de sneeuw. Het onvoorspelbare sneeuwgeknerp.
Soms hetzelfde, soms stilte, soms een uitschuiver. Maar altijd net zoals het moet zijn.

Knerpknerp. Knerp. Kkkkkkkkkkkkkknerp. K-k-k-nerp.

Een besneeuwde fietser. FFFFFfffffffffffffffffffffffffFF.

Een tegen-knerper. KNERP KNERP KNERP KNERP.

Een sirene, een lach, een tram. Wieoewahaahahaachhhhhhhhhhhhhhhhhtingtingting.

Een onverzwakte straatromeo: çava cherie?

Oui ça va.
Elle va.

Elle va knerp kenerp kenerep knrp knrp krrrrp.

Wednesday 3 November 2010

Ooit in Nederland

Rosie en muziek
(en muziek en poëzie)

Sunday 17 October 2010

Last van herfstbladeren

Als het donkerder wordt, en killer, en somberder, en druileriger
Dan moet men op zoek naar een remedie.
Tegen het verliezen van je bladeren
(zoals meneer N. het placht te zeggen)

Want het is zover - ze liggen al deels op de grond.
Dat maakt het nóg kouder. Ja. Kaal zijn is lelijk maar vooral ook koud.


Die remedie is gisteren gevonden. Nesteldrang, zegt A.
Definitie: taarten bakken, cakes. Quiches.
Alles met kaneel en met amandeltjes (voor C.)
Koekskes van De Strooper.
Thee. Koffie. En ketels soep. Drink niet maar slurp - want ze is heet!
Lakens met carootjes op de tafel.
Muziek van vroeger. Liefst op plaat.
Mooie prentenboeken. Over Ensor.
Mooie boeken in het algemeen.
Zetels. Bij voorkeur schommelstoelen, valse (hier) of echte (enkel in de winkel).
Warme groene wollen kousen. Sjaals met friemels eraan.
Appels. Kastanjes. Sharonnen.
Bezoek. Hopen.
Naar toneel.
Naar Pipi Langkous kijken.
Je ouwe beste vrienden weerzien.

Dat alles samen is goed tegen het verlies van bladeren.
In Amsterdam en Gent.
En in Cambridge.
En in Ooike.
En in Brussel.
En in Schilde.
En in...

Tuesday 22 June 2010

Gigant

¨
Iemand die glimlacht.
Iemand die wuift op de fiets op straat.
Iemand die lekker kookt, iemand die koekjes bakt.
Iemand die lieve brieven schrijft.
Iemand die knuffelt, iemand die aait.
Iemand die altijd luistert, iemand die praat.
Iemand die complimenten geeft.
Iemand die schatert.
Iemand die drinkt.
Iemand die smsjes stuurt, iemand die uitnodigt.
Iemand die relativeert, iemand die begrijpt.
Iemand die mijmert.
Iemand die reist.
Iemand die fietsen maakt.
Iemand die van poezen houdt.
Iemand die aanmoedigt.
Iemand die boeit.

Rosie heeft het allemaal.


Iemand die iemand bedriegt, iemand die iemand beliegt.

Iemand die iemand die iemand vertrouwt verdriet.
Iemand die iemand waar iemand van houdt verliet.

Niemand mist zo iemand.
Iedereen is zo iemand liever kwijt dan rijk.


Behalve Rosie, zie, want in niemandsland lijkt zo iemand gigantisch groot.

Saturday 5 June 2010

Toneelspelen in Amsterdam

.
Men begint met niets, nou ja, met weinig: een lege ruimte, een paar stoelen, acht spelers en een regisseur. En heel veel goesting ook - natuurlijk.

Zeven maanden later is dat bijna niets plots iets geworden. Nog steeds zijn we met achten en één regisseur. Nog steeds is er die ruimte, met wat stoelen. En ja, wat extra attributen.
Maar er is één ding veranderd: als we, met z'n achten, in die ruimte staan, en praten, fluisteren, gieren, schreeuwen, zijn we geen spelers meer maar personages. En tussen ons is een verhaal ontstaan.
Noem het maar Rotgelach.


We zijn niet langer Femke, Steven, Jacob, Wouter, Sophie, David, Thalita en Judith, maar rare personages - koppels met nen hoek af:

Ria en Rinus
Lucas en Fleur
Robert en Annabel
Barry en - jawel - Melanie

In zeven maanden zijn we vlees en bloed geworden. Ja, met behulp van vreemde bloesjes, panty's, pakken en colbertjes, zeker. Maar ook met behulp van Barry. Niet-fictieve Barry. Niet het personage, maar de regisseur.
Hij duwde ons een nieuwe wereld in, een wereld van drie slaapkamers en een veelvoud van intriges. Hij gaf die wereld vaste vorm.
Én ons.
Én de plantjes. of toch niet, geen plantjes.

Barry schiep een wereld in zeven maanden: hij kneedde, schaafde, stampte.
En hij zag dat het goed was.




(bij deze een rare samenvatting van het stuk - let niet op de momenten tussen 0:45 en 1:10, dan gaat er wat mis)


(En niemand die vermoedde dat Melanie haar naam reeds lang bezat)

Thursday 13 May 2010

Sine Musica Nulla Vita

Rosie gaat luisteren naar een examen in het Lemmensinstituut. Het eindexamen van zus Z.
Althans, Rosie dénkt dat ze naar een examen gaat luisteren.

Terwijl ze de berg naar het conservatorium op stapt neemt ze zich voor zélf niet zenuwachtig te zijn.
Bij het vorige examen van Z. was ze érg nerveus in haar plaats.
Nu plant Rosie om een rots in de branding te zijn. Een rustpunt in de zaal.
Zonder klamme handen, buikpijn en ingehouden adem. De kalmte zelve.

Voor de deur knuffelt ze Z. Ze zoekt een plaatsje en voelt de zenuwen opborrelen.
Ojeeojeeojeeojeeojeeojee dat was niet het plan. Ojeeojeeojeeojeeojeeeeeeee.

Ojeeeojeeeeeojeeeoejeeojeeeeojeeeeeojeeeeeeeeeeojeojeojeeeeeee.

Z. komt op.
Stemt.
Begint.

Het wordt meteen duidelijk dat Rosie niet naar een examen aan het luisteren is, nee, zus Z. speelt geen examen.

Ze vertelt een verhaal.

Rosie zit op het puntje van haar stoel. Niet door zenuwen, maar uit nieuwsgierigheid en spanning.

Z. zus staat vooraan en vertelt. Ze klaagt, huilt, grapt, beschrijft, giechelt, draalt, gilt en zucht.

Voor de ogen van het publiek, van de leden van de jury, stijgt ze op. In de mooie kapel met de kleurige glasramen zweeft Z. Een paar centimeter boven de zwartwitte tegels.

Op dat moment verdwijnt ze zelfs een beetje en verschijnen Philidor, Corelli, Telemann, Hand en Vivaldi.



Op dat moment spreken zìj en leven zìj.



En dat maakt van haar een meester in de muziek.

Saturday 8 May 2010

Erosie

Rosie is iets kwijt. Ze heeft iets verloren en dat zal iedereen geweten hebben. Rosie is niet meer de oude.


Wie blijft ooit de oude?


Iets brak af en liet een brokkelige rand achter. Brokkelig, broos. Onderhevig aan weer en waaiende wind.


Rosie verliest de tastbaarheid van herinneringen. Ze versplinteren, verpulveren, verstuiven voortdurend onder invloed van nieuwe ontmoetingen, vreemde plaatsen, andere gedachten.
Het gaat voort. Rosie gaat verder.
Brokkel-Rosie. Halve-Rosie.


Ze is vergeten hoe zijn hand in haar nek voelt.
Ze weet plots niet meer hoe zijn stem klinkt. Zijn lachje.
Hi-hi?


Maar ze heeft de vanzelfsprekendheid van hun omhelzing onthouden, herinnert zich haarscherp hun tweegeluk en haar rotsvast geloof. Ze weet precies wat ze kwijt is. Hem. Hen.


Hij bestaat nog wel. Ergens.


Hij is zijn stem, zijn gezicht, zijn geur verloren.
Daarom dat zij hem niet meer vinden kan.

Sunday 4 April 2010

Thing to do

...
Things to do ...
... als Rosie naar Amsterdam komt.

(wat al gauw is, en morgen nog wat gauwer, en overmorgen nóg wat g...)

- rondfietsen door A'dam. Óp en nèèr en óp en nèèr over b r ú g j è s . . .
en andere b r ú g j è s ...
- Hollands leren praten
- aanvullen van vreemde mensen-assortiment
- thee en kletsen
- naar het Illuseum (een hedendaags wonderkabinet / kattenpaleis)
- eten in een volkskeuken
- naar het Tassenmuseum
- thee en kletsen
- markten afschuimen op zoek naar vondsten
- bezoek aan stamcafé De Druif
- thee en kletsen
- in tlang en tbreed naar Albert Heijn
- tulpenbollen kopen
- knopen kopen in 't Knopenwinkeltje
- thee en kletsen
- Hollands vegetarisch koken
- met het pontje naar Noord en weer terug
- naar de Nieuwe Anita
- op zoek naar onbekende hofjes

en ook wel wat slapen tussendoor.

Allemaal alwéér een tikkeltje dichterbij dan even geleden...

Friday 2 April 2010

Den Eclair

Captain Cat, at his window thrown wide to the sun and the clippered seas he sailed long ago when his eyes were blue and bright, slumbers and voyages; ear-ringed and rolling, I Love You Rosie Probert tattooed on his belly, he brawls with broken bottles in the fug and babel of the dark dock bars, roves with a herd of short and good time cows in every naughty port and twines and souses with the drowned and blowzy-breasted dead. He weeps as he sleeps and sails. (Under Milkwood, Dylan Thomas)



Een éclair, twee éclair, drie éclair, vier éclair. Tralalalalaaa.

Een éclair, twee éclair, drie éclair, vier éclair. Traaaalalalalaaaaa.

De Vooruit, een tafeltje aan de trap: PM, Tine V., Anneleen D., A-S en Rosie. Ze wachten.
Ze zijn naar een toneelstuk geweest. Een luisterstuk. Een droomstuk. Prrrrrrachtig.

Een éclair, twee éclair en een half.

't Was wel goed zeg. Jaja. Goh goh.
In het begin wat moeilijk te volgen, maar na een tijdje moeilijk los te laten. Een wereld werd voor hen geschetst. Zo mooi, zo intrigerend.

Only you can hear the houses sleeping in the streets in the slow deep salt and silent black, bandaged night.

Rosies maag knort.
Een éclair, twee éclair.

Tine V. had nog niet gegeten. Iemand een stukje?

Time passes. Listen. Time passes.


Een éclair en een half.

Een éclair moeten ze toch overhouden. Voor de held van de avond.

'Meneer Decleir, een éclair?'

Pompidom. Uit welke deur zou hij komen?

Outside, the sun springs down on the rough and tumbling
town. It runs through the hedges of Goosegog Lane, cuffing the birds to sing.

Nog maar één éclair.

Hij is vast al naar huis. Hij slaapt vast al vast.

From where you are, you can hear their dreams.


Een halve éclair.

En DAN! STAP STAP STAP STAP STAP het monument der Vlaamsche acteurs. In enkele luttele seconden loopt hij het tafeltje voorbij.

ZIE HEM GAAN, JAN DECLEIR DAMES EN HEREN!

Trap af en wég.

Een halve éclair. En bonzende harten.

Zucht.